Jeroen Dubbeldam en Nederlands springteam genomineerd NOS-NOC*NSF titels

(29 nov. 2015) -Zowel Jeroen Dubbeldam als het Oranje springkwartet zijn dankzij de gouden individuele en gouden teammedailles die zij behaalden op het EK in Aken genomineerd voor de titel Sportman en Sportploeg van het Jaar.

De titel Sportman van het Jaar bestaat sinds 1951, toen deze werd uitgereikt aan Abe Lenstra, en is nog nooit door een beoefenaar van de hippische sport gewonnen.

Anky van Grunsven werd in 1994 Sportvrouw van het Jaar. In 1977 werd de springploeg die dat jaar in Wenen Europees Kampioen werd en die bestond uit Toon Ebben, Johan Heins, Harrie Wouters van den Oudenweijer en Henk Nooren uitgeroepen tot Sportploeg van het Jaar.

Naast Jeroen Dubbeldam werden shorttracker Sjenkie Knegt en BMX'er Niek Kimmann genomineerd. Bij de sportploeg verkiezing ondervindt het springteam concurrentie van de Beachvolleyballers Nummerdor/Varenhorst en het vrouwen waterpoloteam.

Met het behalen van de individuele Europese titel is Jeroen Dubbeldam de eerste springruiter na Hans Günter Winkler die zowel individueel Europees-, Wereld- en Olympisch Kampioen werd. Jeroen deed dat in op de OS 2000 met De Sjiem in Sydney, op heet WK in 2014 in Caen en op het EK in 2015 in Aken en die beide laatste malen deed hij dat met SFN Zenith N.O.P. Hans Günther Winkler werd met Halla Wereldkampioen in 1955 toen het WK in Aken werd verreden met 18 ruiters uit elf landen.

Europees Kampioen werd Winkler in Rotterdam1957 met Sonnenglanz met acht ruiters afkomstig uit vijf landen en in het tussenliggende jaar werd Winkler Olympisch Kampioen in Stockholm temidden van 66 ruiters uit 24 landen. Hij maakte op die OS samen met Fritz Thiedemann met Meteor en Alfons Lutke Westhues met Ala ook deel uit van het goud winnende team. In 1960 won Winkler in Rome wederom teamgoud samen met Halla, Fritz Thiedemann met Meteor en Alwin Schockemöhle met Ferdl. Ook in 1964 was er team goud voor Winkler nu met Fidelitas en met de teamgenoten Hermann Schridde met Dozent en Kurt Jarasinski met Torro.